Volg ons  Volg ons op Twitter Volg ons op Facebook

Deel deze pagina:
FaceBook  Twitter

We schreven al eerder dat eenden onder de watervogels een eigen artikel zouden moeten krijgen. Niet dat je als duiker onder water veel met eenden te maken hebt, maar aan de oppervlakte kom je ze toch regelmatig tegen en daarom is het niet verkeerd er wat meer over te weten te komen.

Toch geen echt lelijk eendje

Eenden behoren tot de familie van de Anatidae. Daarin kom je ook de zwanen en ganzen tegen. Werd een jonge zwaan niet ook een lelijk eendje genoemd? Niet vreemd, zul je misschien denken, maar het meest verrassende is dan ook waarschijnlijk wel dat al deze soorten niet allemaal van dezelfde evolutionaire voorouders stammen.

Schildpadden en slangen hebben, evolutionair gezien, dezelfde gezamenlijke voorouder. Daarom zeggen we dat deze soorten bij een holofyletische of een monofyletische groep behoren. Zij komen namelijk samen voort uit dezelfde groep reptielen.

Maar eenden, zwanen en ganzen komen voort uit verschillende voorouders. Daarom noemen we deze verwante soorten, soorten die behoren tot een polyfyletische groep. Dit weten we door vooral het DNA onderzoek van de afgelopen decennia. Zwanen en eenden hebben dus minder met elkaar gemeen als je wellicht zou denken. In ieder geval niet hun voorouders. Een zwaan is dus niet zo maar een knappe eend!

Er bestaan rond de 120 soorten eenden. Eenden die bij zoetwater in de buurt leven en eenden die bij zoutwater leven. Misschien leuk om even een paar eenden veel voorkomende eenden te bespreken.

De wilde eend

De voor de meeste mensen in ons land bekendste eend is de zogenaamde wilde eend (Anas platyrhynchos). Je weet wel, die met het mannetje met die groene kop voorzien van vaak een wit randje er onder en het bruine lijf terwijl het vrouwtje geheel bruin is. Dit is overigens de enige eendensoort die gekrulde staartveren heeft.

Wel eens gezien dat je soms alleen vrouwtjes tegenkomt, soms zelfs met z’n tweeën ook als een gezinnetje voorbij waggelt? Nou, dat is maar schijn hoor. De kleur van het mannetje verdwijnt namelijk grotendeels na het broedseizoen. Het verschil is dan nog wel te zien, maar vooral aan de snavel. De snavel van het mannetje blijft geel, die van het vrouwtje is een stukje doffer. Als het mannetje zijn gekleurde veren vervangt door de shutkleuren veren, dan moet hij eerst de gekleurde veren verliezen. In die periode kan hij niet vliegen. Daarom blijven ze dan soms voor je uit lopen en vliegen ze niet op.

In de winter vormt de wilde eend een paartje. Dan is het mannetje ook het fraaist gekleurd. Dat zoeken naar een vrouwtje kan er wild aan toe gaan omdat de mannetjes (de zogenaamde woerden) dan met rivalen achter de vrouwtjes aanjagen. Een vrouwtjes eend wordt trouwens gewoon eend genoemd. Je hebt dus woerden en eenden.

Als mens kun je op het moment dat je ziet dat de mannetjes een vrouwtje bestormen soms medelijden krijgen met het vrouwtje, maar als je wat beter observeert zul je zien dat het vooral de mannetjes zijn die hier het meeste van te verduren hebben. Soms proberen de mannetjes elkaar zelfs te verdrinken om het vrouwtje te kunnen bemachtigen.

Als je wilde eenden hoort kwaken, dan zijn dat vooral de vrouwtjes. Mannetjes maken niet het bekende kwak-geluid, maar een ander raspend geluid en als de baltstijd is aangebroken, fluit hij zelfs.

Zo’n wilde eend wordt al gauw 15 jaar oud en weegt dan 1,5 KG. Er zijn veel oudere exemplaren bekend (tot twee maal zo oud), maar dat is dus niet echt de norm. Je ziet ze in verschillende kleuren. Dit komt omdat de wilde eend inmiddels is veranderd door rasveredeling. Hierdoor ziet je meer wit in het dier terug of zijn ze soms helemaal wit. Door veredeling is de bruine schutkleur vervangen met een kleur die mensen leuker vonden. De kuikens van de wilde eend zijn normaal gesproken van een schutkleur zoals je hiernaast op de foto ziet. Als ze egaal geel zijn, dan laat dat zien dat ze later, als ze volwassen zijn, wit zullen worden.

Wilde eenden eten vooral planten. Ze zijn dol op de zaden van kroos maar die zijn er niet het hele jaar. Op die andere momenten eten ze noodgedwongen meer gras, wortelen van planten en mos. Ze zijn overigens niet geheel vegetariër. Daarvoor eten ze teveel slakken en wormen en als het lukt verorberen ze ook nog wel eens een klein visje.

Het duurt zo’n drie weken voordat de eieren uitkomen. Die eieren worden in een nest gelegd. Het vrouwtje bouwt dit nest het liefst beschut in een holte van een boom of in het hoge gras. Omdat de wilde eend niet heel veel eisen stelt aan zijn omgeving, leeft hij zowat overal waar maar wat water te vinden is in de gematigde streken. Sloten, meren, vijvers. Hij vindt het prima!

De wilde eend wordt niet bedreigd, maar toch is de populatie aan broedende wilde eenden in ons land afgenomen. Dat is wat vreemd, omdat in de door ons omringende landen het aantal juist is toegenomen. Hoewel men daar wel ideeën over heeft, weet men nog steeds niet zeker hoe dit nu precies komt. Misschien heeft dit wat met onze landbouw te maken of met de steeds verdergaande versnippering van onze natuurgebieden. Ook wordt wel geopperd dat de dieren zouden worden gevangen om opgegeten te worden. Toegegeven, eend is lekker…

Er zijn een aantal campagnes gestart om de wilde eend te helpen. Hij is dus niet bedreigd, maar men vreest toch voor een voortzetting van de achteruitgang van de soort in Nederland. Een ding dat daarbij wordt gedaan is dat men meer broedkorven heeft geplaatst en wel zo dat bijvoorbeeld katten er moeilijker bij kunnen komen.

Mandarijneend

Een in mijn ogen prachtige eend, is de mandarijneend (Aix galericulata). Je ziet hem soms in het duikgebied van Vinkeveen zwemmen. De mandarijneend is een exoot, en dat is ook te zien aan zijn wetenschappelijke naam. Aix is namelijk afgeleid uit het Grieks en betekent ‘onbekend’ of ‘onbekende watervogel’, terwijl galerum muts betekent. De mandarijneend heeft dan ook een soort muts op.

Een volwassen mannetje van de mandarijneend heeft een rode snavel en een grote witte halve maan boven het oog. Hij oogt rood, maar als je wat beter kijkt zie je dat hij toch een witte borst heeft, paarse veren rond de kraag en een soort oranje kraag. Het lijkt alsof het mannetje twee oranje windschermen aan de achterkant heeft, maar dat zijn gewoon grote veren die omhoog steken. Het vrouwtje is net als het vrouwtje van de wilde eend minder opvallend gekleurd. Ze is bruin en gestippeld om niet op te vallen. Rond het oog heeft ze prachtige witte oogschaduw en het puntje van de snavel is lichtgrijs.

Het mannetje en het vrouwtje hebben alle twee een kam, waarbij die van het mannetje het meeste opvalt omdat hij zo paars kan zijn. Maar net als de wilde eend verliest ook het mannetje van de mandarijneend zijn felle kleuren na de paartijd. Je herkent hem dan nog wel aan zijn rode snavel, maar ook hij wordt dan minder opvallend gemaakt door schutkleuren te krijgen.

De mandarijneend maakt zijn nest het liefste in een oud spechtennest of in een holte van een boom. Ze nesten behoorlijk hoog in de bomen. Omdat deze eend veel in parken en bij vijvers werden gehouden omdat ze er zo mooi uitzien, konden er nogal wat dieren ontsnappen en in het wild gaan leven. In heel West-Europa kom je ze nu dan ook tegen.

Mandarijneenden leven vooral op zaden en noten. Omdat ze in bomen zitten hebben ze goede ogen nodig om op de grond hun eten te kunnen zien. Ze blijken ook goed in het donker te kunnen kijken. Net als de wilde eend eten ze ook slakken en insecten. Maar het zijn dus voornamelijk planteneters.

Als de eieren na een week of vier uitkomen, verlaten de kuikens meteen het nest en blijven daar ook weg. Het duurt dan nog zo’n twee maanden voordat ze kunnen vliegen. Dat is dan ook het moment dat ze hun ouders verlaten en de wijde wereld intrekken. Hun ouders brengen de jongen vooral op het water groot. Leuk om zo’n gezinnetje voorbij te zien komen.

Als we strenge winters hebben, neemt het aantal vogels meteen af. Ze zijn gewoon niet zo goed bestand tegen ons koudere klimaat. De mandarijneend komt oorspronkelijk uit China en Korea waar het nu eenmaal wat warmer is.

De topper

Een echte topper is de topper (Aythya marila). Deze eend wordt nog weleens verward met de wilde eend hoewel er toch best wat verschillen zijn. De woerden zijn namelijk zwart bij de kop en de staart. Ze hebben een grijze rug en witte flanken. Ze hebben als overeenkomst wel een groene kop, net als de wilde eend.

Toppers krijgen geen jongen in Nederland, ze overwinteren hier vooral. Ze komen dan uit bijvoorbeeld Lapland onze kant op. Je ziet ze het meeste terug rond het IJsselmeer en de Waddenzee. Toppers zijn echte carnivoren. Ze eten krabbetjes, slakken maar ook schelpdieren zoals mosselen. En natuurlijk eten ze ook heus wel wat waterplanten.

Deze vogel leeft dus in de buurt van zout water, maar soms wordt hij ook bij zoet water aangetroffen. Omdat hij veel voorkomt en zich over een heel groot gebied verspreid heeft, wordt hij als niet kwetsbaar beschouwd.

Meer over eenden

Eenden worden ingedeeld in verschillende soorten. Men spreekt daarbij over duik- en zwemeenden. Een duikeend duikt om aan voedsel te komen, een zwemeend eet dat wat zich aan de oppervlakte bevindt. Als je als vogel moet duiken, dan moet je wat zwaarder zijn. Immers, iedere duiker weet dat het gewicht van de verplaatste vloeistof een opwaartse kracht veroorzaakt. Ben je heel licht en beschik je over een aardig volume, dan kom je niet onder.

Wil je duiken, dan moet je die kracht trotseren met gewicht. Daarom zijn duikeenden zwaarder dan zwemeenden. Het effect hiervan is dat duikeenden meestal niet of minder goed kunnen vliegen. Ze zijn er domweg te zwaar voor. Zwemeenden zijn lichter en kunnen daardoor gemakkelijker vliegen.

Toch zul je waarschijnlijk nooit gehoord hebben van duikers dat ze eenden onder water tegenkwamen tijdens het duiken. Dat kan met een fuut wel het geval zijn. Dat komt omdat eenden meestal niet dieper kunnen duiken dan 1 meter. Een fuut is veel ranker en heel anders gebouwd waardoor hij dat wel kan.

Het heeft voor duikeenden dus ook niet zo’n zin om op een diep meer te wonen. Ze kunnen alleen in het ondiepe deel aan eten komen.

De poten van eenden bevatten nauwelijks bloedvaten en zenuwen. Dit is dan ook de reden dat ze geen moeite hebben met het zwemmen in koud water. Ook als ze over het ijs lopen van een bevroren sloot, hebben ze daar dus geen last van. Je hoeft het dus niet zielig te vinden, voor eenden is dat geen probleem!

Om aan eten te komen hebben eenden baat bij water. Ze zullen daarom tijdens vorst proberen een wak in het ijs te houden zodat ze daar nog wat voedsel in kunnen vinden. Ze kunnen ook leven van planten die langs de rand van het water groeien, maar tijdens de winter zijn die meestal verdwenen of te hard bevroren. Vandaar dat ze hun best doen om het water deels open te houden.

Van de wilde eend is bekend dat ze meer dan 10.000 veren hebben. Die veren houden de lucht rond het lichaam vast zodat ze warm blijven. Dit werkt dus ongeveer zo als een droogpak voor duikers. Ook als ze onder water zwemmen, zorgen de veren er voor dat het water de huid niet of nauwelijks raakt.

Om het water tegen te houden, zijn de veren vet. Vet stoot immers water af. Dat vet moeten ze er wel zelf opsmeren. Dan doen ze door het vet uit de stuitklier bij hun staart te halen en met hun snavel en poten over zich uit te smeren. Een smerig beestje dus!

Maar wat nu als een eend in bijvoorbeeld olie zwemt? Dan lost het vet van de veren op in de olie en het is niet moeilijk om te voorspellen wat er dan zal gebeuren. Het verenvet lost dus op en de vogels blijven niet alleen minder goed drijven, ze krijgen het vooral kouder. Door onderkoeling sterven de vogels dan een nare dood.

Eenden eten geven

Tja, als er iets veel gedaan wordt met eenden, dan is het wel ze brood geven in een park met kleinzoon of kleindochter. Maar juist dat moet je niet doen. Voor eenden is brood niet gezond. Ze horen waterplanten en slakken te eten, geen brood. Het is ook geen product om bij te voederen in de winter, geloof me, je doet ze daar misschien wel plezier, maar zeker geen goed mee!

Voor eenden is brood zoals mos voor ons. Het vult de maag, maar ze halen er geen bruikbare voedingsstoffen uit. En het brood dat niet wordt opgegeten zorgt ook nog eens voor algengroei en bacteriën in het water waardoor er eerder ziektes worden verspreid. Kortom, met brood voeren doe je de natuur geweld aan.

Als je perse met kinderen eenden in de winter wilt voeren, geef ze dan mais of doperwten. Er is ook eendenvoer voor te koop in dierenwinkels. Net als mensen hebben eenden moeite om zich te beperken. Geef ze daarom niet teveel, al geef je het goede voedsel. Ook dat is nu eenmaal niet erg gezond!

Van eenden leren

Je bent een eend!”, wordt er weleens gezegd. En dat is dan niet positief bedoeld maar in de betekenis van dat je iets doms gedaan zou hebben. Maar het is ook een beetje vriendelijk bedoeld, misschien zelfs wel lief. Het is in ieder geval niet zo hard als “Je bent een rund!”. Er zijn meer spreekwoorden en gezegden waarin eenden voorkomen en waarbij het dier wordt gebruikt om het vriendelijk te houden. Denk bijvoorbeeld aan “een vreemde eend in de bijt” of “snateren als een eend”. Of wat dacht je van “Het is daar een eendenhemeltje”?

Maar een van de leukere vond ik toch in een Amerikaanse opsomming van wat vaders hun zoons zouden moeten leren. Daar viel in te lezen: “Be like a duck, son. Remain calm on the surface and paddle like crazy underneath.

Dive4all is

Aquamed logo
Officieel Aqua Med dealer. Registreer online

Mares logo
Officieel Mares Premium Reseller

Dive4all opleidingen worden uitsluitend gegeven door gecertificeerde PADI Instructeurs en Divemasters.

Dive4all PADI school Utrecht

Tweets

Een vraagje

Biologiezaken relevant voor duikers