Volg ons  Volg ons op Twitter Volg ons op Facebook

Deel deze pagina:
FaceBook  Twitter

Voor veel duikers is de ontmoeting met een zeeslang een bijzondere gebeurtenis. Van nature lijken we iets tegen slangen te hebben. Een beetje last van ofidiofobie (slangenangst) lijken we allemaal te hebben, het is dan ook een van de meest voorkomende dierenfobieën. Al van jongs af aan hebben mensen een aangeboren angst voor slangen. Maar aan de andere kant intrigeren slangen ons ook. Reden genoeg om ze toch te willen bekijken en foto’s van ze te maken.

Opvallend is dat de gemiddelde duiker meer van anemoonvissen weet, dan van zeeslangen. Misschien komt dat wel door de aaibaarheidsfactor. Nemo is natuurlijk een aardig visje, en de slang scharen we niet onder knuffelbaar. En dat is terecht. De zeeslang behoort tot de Elapidae (koraalslangachtigen) en zijn nauw verwant aan bijvoorbeeld de Cobra. Zeeslangen zijn giftig en wel in die mate dat ze veel giftiger zijn dan nagenoeg alle landslangen. Toch sterven er maar weinig mensen aan een beet van een zeeslang. Het zijn geen agressieve dieren en als ze mensen bijten (die geen prooi voor hun zijn) injecteren ze vaak maar weinig gif waardoor de schade meestal erg beperkt blijft.

Het sterke gif van zeeslangen wordt door de dieren vooral gebruikt om hun prooi te vangen. Het gif verlamt en dood de prooi vaak binnen enkele seconden zodat ze na een beet niet meer weg kunnen zwemmen of zich terug kunnen trekken in het koraal. Om te kunnen bijten is het voorste deel van de zeeslang erg rank. Hierdoor kan het dier razendsnel door het water toeslaan. En toeslaan is hierbij een goede benaming omdat het zijn tanden feitelijk in zijn prooi slaat. Landslangen bijten, zeeslangen slaan hun kop tegen de prooi aan.

Zeeslangen zijn evolutionair landslangen geweest die in zee zijn gaan leven. Deze dieren zijn zo goed aan het leven in de zee aangepast dat de meeste soorten nooit aan land komen. Ze beschikken echter wel over longen waardoor ze regelmatig naar de oppervlakte moeten zwemmen om lucht te happen. Vaak hoeft dat niet. Met een ademteug kan een zeeslang soms tot wel twee uur onder water blijven. Het zijn de enige reptielen met een soort half doorlaatbare huid onder hun schubben waarmee ook huidademhaling plaats kan vinden. Men vermoed dat zeeslangen hiermee zichzelf maar liefst in 20% van hun zuurstofbehoefte kunnen voorzien.

Die huid moet heel schoon blijven, anders werkt dit mechaniek niet meer zo goed. Levend in de zee levert dit een extra uitdaging op. In de zee leveren immers algen en andere kleine organismen die zich graag op andere dieren of planten afzetten. Dit wordt wel beschouwd als een van de belangrijkste redenen waarom zeeslangen veel vaker vervellen als landslangen.

Als duiker kun je jezelf in een netelige positie brengen wanneer je boven een zeeslang gaat zwemmen. Zeeslangen weten dat ze naar boven moeten om lucht te ademen en als de weg naar boven wordt afgesloten, doen ze hetzelfde als wat jij zou doen. De blokkade proberen op te ruimen. Ze zullen proberen onder je vandaan te komen maar als dat moeizaam gaat, dan willen ze je best bijten. Het is daar raadzaam om zoveel mogelijk aan de zijkant van zeeslangen te blijven.

Nagenoeg alle zeeslangen zijn (erg) giftig. Er is maar een klein aantal soorten dat zijn gif verloren heeft omdat ze eieren van vissen als hoofdvoedsel hebben genomen.  Dit zijn echter uitzonderingen, de meeste zeeslangen hebben diverse soorten vissen op hun menu staan, zoals de murene. Er worden echter ook krabben en garnalen gegeten, palingen en zelfs bepaalde inktvissen.

Zeeslangen zijn reptielen en dus leggen ze eieren. Ze zijn echter eierlevendbarend, waarmee bedoeld wordt dat bij zeeslangen de jongen levend ter wereld komen omdat de eieren binnen het vrouwtje uitkomen en de jongen dus vanuit de moeder in de zee terecht komen. Op een enkele soort na, die wel eieren aan land legt, doen alle zeeslangen dit zo. De jonge zeeslang is, in vergelijking tot zijn familie op de wal, groot en ver ontwikkeld. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de omgeving waarin de zeeslang woont. Om zulke jongen ter wereld te kunnen brengen, en ook op de manier waarbij de eieren inwendig uitkomen, is het aantal jongen vaak veel minder dan dat van de landslangen. Sommige soorten krijgen niet meer dan 4 jongen per keer.

Tijdens een van onze duikvakanties naar Bonaire beweerde een van onze duikers een zeeslang te hebben gezien. Dat is echter onmogelijk. Hoe vreemd het ook klinkt, zeeslangen komen rond Bonaire namelijk helemaal niet voor. Evenmin zul je zeeslangen aantreffen in de Atlantische Oceaan. De meeste soorten komen voor in Azië en rond Australië. Tijdens onze reizen naar de Filipijnen, Thailand en Indonesië hebben we er dan ook heel wat gezien.

Uit recent onderzoek bleek dat zeeslangen behoefte hebben aan zoet water. Ze drinken niet veel, soms slechts een keer in vijf maanden, maar aan het zoute water wagen ze zich dan niet. Ze drinken regenwater dat tijdens een regenbui zich bovenop het zoute water bevindt. Krijgt een zeeslang geen zoet water, en dreigt hij dood te gaan van de dorst, dan nog blijkt hij geen zout water te drinken. Zout is voor deze dieren een waar probleem.

Omdat het zoutgehalte in de zeeslang lager is dan de omringende zee, zou de slang door osmose water verliezen als het zijn bek open deed tijdens bijvoorbeeld het eten. Om dit proces tegen te gaan beschikt de zeeslang onder zijn tong over een zout afscheidende klier. Deze klier produceert zout en laat dat in de bek lopen zodra het dier eet. Hierdoor vergroot het zoutgehalte op die plek aanzienlijk en wordt osmose tegen gegaan. Zou dit niet gebeuren dan zou de zeeslang veel te snel vocht verliezen en daarmee ‘verdrogen’.

Zeeslangen worden gegeten door onder andere vogels, maar ook door de mens. In Japan wordt het eten van zeeslang beschouwd als een ware delicatesse. Toch vangen we de meeste zeeslangen niet om ze op te eten. Ze worden veelvuldig gevangen voor hun huid. Zeeslangenleer is erg gewild omdat het waterdicht is. De schubben bevinden zich dicht bij elkaar zodat de huid als leer ook erg sterk wordt. Elk jaar wordt in de Golf van Thailand al meer dan 225.500 zeeslangen (73 ton) gevangen. Hierdoor is er geen zeereptiel ter wereld dat zo veel wordt gevangen als de zeeslang. In welke mate dit bedreigend is voor de zeeslang, weten we op dit moment eigenlijk nog niet zo goed, maar het moge duidelijk zijn dat dit nooit ten goede zal komen aan de soort.

Zoals eerder verteld zijn zeeslangen niet erg agressief en is de kans dat je gebeten wordt klein. Als je al gebeten wordt, dan is het maar de vraag hoeveel gif daarbij vrij kwam en of je er wel echt last van zult krijgen. Gebeten worden door een zeeslang is echter niet iets om licht op te vatten. In het geval dat er wel meer gif het lichaam in wordt gebracht, kan het levensgevaarlijk zijn en is een antiserum noodzakelijk om in leven te kunnen blijven. Je moet dan echter wel weten dat je gebeten bent. Er zin veel gevallen bekend dat duikers pas achteraf per toeval ontdekken dat ze gebeten zijn. De beet zelf doet namelijk geen pijn en de huid verkleurt meestal niet en zwelt ook niet op. Het is daarbij onzin gebleken dat zeeslangen niet door een duikerspak heen zouden kunnen bijten. De praktijk heeft uitgewezen dat een neopreen duikerspak geen goede bescherming biedt tegen de vlijmscherpe giftanden van de zeeslang. Kortom, geniet van deze dieren, maar behandel ze met respect en onderschat ze niet. Als ze zouden willen, dan maakte je weinig kans.

Dive4all is

Aquamed logo
Officieel Aqua Med dealer. Registreer online

Mares logo
Officieel Mares Premium Reseller

Dive4all opleidingen worden uitsluitend gegeven door gecertificeerde PADI Instructeurs en Divemasters.

Dive4all PADI school Utrecht

Tweets

Een vraagje

Biologiezaken relevant voor duikers