In 2019 zijn we opnieuw naar Bonaire gegaan om te duiken. We zijn daar al een aantal keer eerder geweest en hebben er zonder uitzondering leuke duikvakanties kunnen vieren. Wat maakt Bonaire zo interessant als duikbestemming waardoor we steeds weer bereid zijn om er in pakweg negen uur naar toe te vliegen?
Geschiedenis
Nederland heeft veel gemeen met dit 100 miljoen jaar geleden ontstane eiland in de Caribische Zee in de buurt van Venezuela. Men spreekt er dan ook Nederlands. Vanaf het midden van de zeventiende eeuw gebruikte de WIC (West-Indische Compagnie) dit eiland namelijk als haven om door te kunnen varen naar Zuid-Amerika. Curaçao, Bonaire en Aruba werden daarom ingenomen door de Hollanders.
Die verovering vond overigens niet plaats op de oorspronkelijke bewoners (indianen) maar op de Spanjaarden. Vanaf 1500 kwamen zij namelijk als eerste Europeanen aan op deze eilanden en werden de eilanden hierdoor op de zeekaarten geplaatst. Voor de Spanjaarden zelf hadden de eilanden niet veel waarde. Zij waren op zoek naar goud en landbouwgrond maar dat konden ze daar niet vinden. De Spanjaarden noemden de eilandengroep dan ook de “nutteloze eilanden” (islas inutile) en de paar indianen die op de eilanden leefden werden afgevoerd als slaven of zijn van het eiland afgevlucht.
De Spanjaarden bevolkten de eilanden dus vanaf 1500 en voor veel Bonairen geldt dat dit moment wordt beschouwd als de start van hun geschiedenis. De Spanjaarden voerden veel dieren in die zij nodig hadden om van of mee te leven, zoals paarden, ezels, honden, katten en koeien.
De Hollanders, die de eilanden van de Spanjaarden veroverden, hadden behoefte aan veel zout omdat zij een groeiende markt hadden in haringvangst. Zij ontdekten dat je op Bonaire relatief gemakkelijk kwalitatief goed zout kon maken en in combinatie met een bepaalt type bast van bomen waar verfstof van gemaakt kon worden, werd Bonaire lucratief. De Hollanders brachten dan ook heel wat Afrikaanse slaven naar Bonaire om te werken binnen de zoutproductie.
Van zowel de zoutwinning (wat nog steeds plaatsvindt) als de aanwezigheid van de Afrikaanse slaven (wat natuurlijk gelukkig gestopt is) kun je op Bonaire nog voldoende terugvinden. Wij duiken bijvoorbeeld iedere keer als we Bonaire aandoen bij een duikstek die “White Slave” wordt genoemd. Dat is een zandplaat waar veel roggen op te vinden zijn. Om bij het rif te komen moet je best een eindje zwemmen, maar dan word je wel getrakteerd op schildpadden, prachtig koraal en mooie vissen.
Nog imposanter is het echter om de kleine witte slavenhuisjes te zien waar je langs komt. Deze zijn vrij uniek omdat mensen hun uiterste best hebben gedaan om overal de sporen van de slavernij zoveel mogelijk uit te wissen. Deze huisjes stammen uit 1850 (een kleine 15 jaar voordat de slavernij op Bonaire werd afgeschaft). Als je erbij staat en je realiseert dat er twee tot zes mensen in een dergelijk huisje moesten slapen, dan kun je je dat echt niet voorstellen. Overigens sliepen de slaven daarvoor in de buitenlucht, dus dit werd als een forse verbetering beschouwd.
De kwaliteit van het zout van Bonaire is overigens zeer goed. Toch wordt maar een klein deel voor menselijke consumptie gebruikt. Het meeste zout gaat naar de industrie toe. Als we op bezoek zijn op Bonaire rijden we regelmatig langs de enorme bergen zout die de zoutwinning verraden.
Recente geschiedenis
Bonaire is in de recente geschiedenis een aantal keer van eigenaar verwisseld. Het ging dan vooral om de Engelsen en de Nederlanders. Daarom zie je op verschillende plekken op het eiland daar ook monumenten aan gewijd. Vanaf 1816 bleef het in Nederlandse handen, nu dus iets meer dan honderd jaar.
In 2010 werden de Nederlandse Antillen opgeheven en werden Curaçao en Sint Maarten landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Bonaire, Saba en Sint-Eustatius zijn toen Nederlandse gemeenten geworden.
Kralendijk
Kralendijk is de hoofdplaats van Bonaire. Dit is een schattig dorpje waar je nauwelijks verkeerslichten of dat soort zaken tegen komt. De typerende gekleurde huisjes sieren dit stadje. Alle gebouwen zijn ook laag, dus geen hoge flats of torens.
Op het plein staat een beeld van Johannes van Walbeeck, de man die onder andere Bonaire van de Spanjaarden veroverde. Hier komt ook Sint Nikolaas aan, want de Nederlandse gewoontes zijn flink doorgedrongen op Bonaire. Toch zie je wel wat leuke aanpassingen. De goede Sint komt bijvoorbeeld niet aan met een stoomboot maar met een sleepboot.
Leuk voor ons als duikers is om te weten dat de naam Kralendijk is afgeleid van koralendijk. Het stadje is namelijk gebouwd op een koraalbodem.
Het eiland
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Curaçao, is Bonaire een heel rustig en groen eiland. Je gaat er dus niet zo zeer naar toe om te feesten, maar om uit te rusten en om van de natuur te genieten.
In het logische verlengde daarvan staat Bonaire bekend om haar relatief lage criminaliteitscijfers. In 2018 was er een daling te zien van het aantal woninginbraken met een kleine 20%. Dit omdat een aantal bekende inbrekers door de politie was vastgezet. Toch moet je geen waardevolle spullen in een auto achterlaten. Er was overigens wel een opvallende verhoging van het aantal geweldincidenten (13%), ook was er een soortgelijke stijging van het aantal verkeersongevallen. Dit laatste is helemaal opvallend omdat je niet echt hard mag rijden op het eiland. Vaak is de maximale snelheid 35 KM/uur en op de hoofdwegen slechts 60 KM/uur.
Het duiken
Wie van vrijheid houdt, houdt van kantduiken en wie van kantduiken houdt, houdt van Bonaire. Wij huren op Bonaire altijd pick-up trucks en stapelen die vol met duikflessen. We vertrekken ’s ochtends en komen vaak tegen het avondeten pas weer terug. Langs de kant van de weg zie je op heel veel plaatsen geel geverfde stenen liggen voorzien van de naam van de duikplek. Is het er druk, dan rij je gewoon door naar de volgende duikstek. Op gratis te verkrijgen plattegronden zie je waar welke duikstek zich precies bevindt. Ideaal!
Een kant van het eiland ligt meer in de luwte waardoor het water daar doorgaans rustig is en op de meeste plaatsen heel toegankelijk. Aan deze kant vind je dan ook de meeste duikstekken. De andere kant van het eiland levert water op met hogere golven en stroming, maar daar vind je doorgaans ook wat grotere vissen terug en wat groter koraal. Voor de meeste duikers van Dive4all gold tot nu toe dat ze de meeste duiken, of allemaal, aan de “rustige kant” maakten.
Je kunt ook bootduiken maken. Vaak vaar je dan naar Klein Bonaire dat 20 minuten varen van Bonaire af ligt. Dit is een onbewoond klein eilandje. Hier leggen veel zeeschildpadden eieren op de hagelwitte stranden en duikers gaan er dan ook vaak heen om schildpadden te spotten.
Van de vele duikstekken springen er een aantal in het oog. Zoals de duikstek “Hilma Hooker”. Hier ligt het bekendste wrak van Bonaire en als je er toch bent, moet je daar zeker gaan duiken. Het wrak ligt dicht bij de kant, evenwijdig aan de kust en zowat tegen het rif aan. Hierdoor kun je er gemakkelijk komen. De Hilma Hooker ligt op haar kant met de onderkant van het schip richting het strand. Deze boot is hier komen te liggen doordat men het bewust heeft laten zinken. Dit schip werd gebruikt als middel om drugs te vervoeren. Achter een dubbele wand werd maar liefst twaalf ton marihuana gevonden. Nadat het in beslag werd genomen, is het schip als duikwrak afgezonken. In het wrak zie je vaak een aantal tarpons (grote vissen) ‘hangen’.
Vlakbij de Hilma Hooker ligt nog een andere duikplek die Angel City wordt genoemd. Dit is een onderdeel van een dubbel rif en daarom ideaal voor bijvoorbeeld snappers om beschutting te zoeken. Tussen de riffen ligt een stukje zandbodem van wit zand waarop je gemakkelijk roggen tegen kunt komen.
Ook de duikstek Karapata zou je niet mogen missen. Deze duikstek ligt heel dicht bij de plek waar vroeger een plantage lag. Hier liggen dan ook ankers van schepen die hier ooit aanmeerden om de producten van de plantage op te halen. De ankers liggen er al heel lang en zijn daardoor heel goed begroeid met koraal. Je moet daarom goed kijken, wil je ze vinden. Karpata kent een prachtig landschap onder water van heuveltjes en dalen en wordt door veel duikers als de mooiste duikplek van Bonaire beschouwd.
Er zijn nog veel meer prachtige duikstekken op Bonaire, zoals een duikstek in het natuurpark (jawel, er is een heus natuurpark op Bonaire met een museum waar je beslist naar toe moet gaan!), er is een meer met flamingo’s (het Gotomeer) waar deze vogels daadwerkelijk broeden (een van de weinige plekken ter wereld) en een duik (Salt Pier) onder een pier waar de boten voor het zouttransport aanleggen en waar heel veel leven zit. Heel veel variëteit dus.
En boven water?
Er is veel natuur, zandwegen en alles wat daarbij hoort. Je kunt er papagaaien, de blauwgekleurde hagedis, de ongevaarlijke zilverslang en veel soorten vleermuizen spotten. Naast flamingo’s en de papagaai leven er ongeveer tweehonderd andere vogelsoorten op Bonaire. We hebben er pelikanen en visarenden zien jagen.
De Spanjaarden namen al enkele eeuwen geleden ezels mee naar Bonaire als lastdier. Toen ze niet meer nodig waren, werden ze vrij gelaten. Nu nog lopen er hierdoor veel ezels los op Bonaire. Soms zie je ze gewoon langs de weg staan. Met deze dieren gaat het niet zo goed. Inwoners beschouwen ze tot last. Het gaat daarbij om enkele honderden exemplaren. Gelukkig bestaat op Bonaire een ezelopvang die Donkey Sanctuary Bonaire wordt genoemd. Deze zet zich in om deze ezels te beschermen. Dit centrum kun je natuurlijk ook bezoeken en is de moeite van dat bezoek zeker waard!
Kralendijk is gezellig en leuk om te bezoeken, het eten in het restaurant Posada Para Mira is een aanrader omdat je daar van de traditionele keuken kunt genieten. Dan zijn er natuurlijk de slavenhuisjes, het Gotomeer met zijn flamingo’s en is er het Washington-Slagbaai Nationaal Park waar je met de pick-up truck door heen moet rijden over zandwegen met soms vervelende gaten.
Ricon (de vroegere hoofdstad van Bonaire) is minder toeristisch dan Kralendijk en laat daardoor meer van het echte leven op het eiland zien. Let wel op, je betaalt op Bonaire met Amerikaanse Dollars. De Antilliaanse Gulden is niet meer in gebruik. Er zijn voldoende pinautomaten zodat je maar weinig contant geld mee hoeft te nemen.
Doen?
Als duikliefhebber moet je zeker een keer naar Bonaire toe gaan om te duiken. Het is onder water misschien geen Egypte, maar zeker de moeite waard en de variëteit in de te maken duiken is groot. Daarnaast is het boven water ook zeker de moeite waard. Een tropisch paradijs, zo mag het zeker genoemd worden!