Volg ons  Volg ons op Twitter Volg ons op Facebook

Deel deze pagina:
FaceBook  Twitter

Tijdens de Dive4all presentatie voor leden over de werking van ademautomaten is een groot aantal begrippen besproken, waar onder Dynamic Flow Control (DFC) waar Mares een patent op heeft. Is het belangrijk dat een ademautomaat DFC heeft en hoe werkt dat?

Waarom verlaagt de middendruk?

Zodra een duiker inademt door zijn tweede trap of octopus, verlaagd hij de zogenaamde middendruk. Deze middendruk heerst in de slang (en een stukje in de eerste trap en de ademautomaat) tussen de gebruikte automaat en de eerste trap. Voor veel ademautomaten ligt deze middendruk rond de 10 bar.
Het is logisch dat de middendruk daalt bij het inademen. Men haalt immers lucht weg uit deze slang. Maar bij het dalen van de middendruk wordt het ademen steeds lastiger en deze middendruk moet natuurlijk ook weer aangevuld worden voor de volgende ademteug.

Hoe wordt de middendruk aangevuld?

In de eerste trap bevindt zich een mechaniek dat de lucht in de duikfles gebruikt om een verlaagde middendruk aan te vullen totdat de gewenste waarde opnieuw wordt bereikt. Dit mechaniek gaat in werking wanneer de middendruk lager wordt dan de afgestelde waarde (van rond de 10 bar). Komt de middendruk terug op die middendruk van de eerder genoemde 10 bar, dan sluit dit mechaniek zich weer.

Wat zijn de gevolgen?

Er bevindt zich een tijdspanne tussen het verlagen van de middendruk en het weer aanvullen daarvan. Dus wanneer je inademt zal de middendruk eerst afnemen totdat deze weer aangevuld is. Hoe langer die periode duurt, hoe meer “last” je daarvan hebt. Immers, deze verlaging zorgt voor minder ademgemak. Je hebt er dus baat bij als duiker dat de middendruk zo snel mogelijk weer op de afgestelde waarde terecht komt, liefst nog tijdens het inademen zelf!

De rol van het membraan

Het is van belang om nog iets meer te weten van een ademautomaat voordat je de werking van DFC echt goed kunt begrijpen. De middendruk moet namelijk afgestemd worden op de omgevingsdruk. Dat een eerste trap rekening houdt met de omgevingsdruk is natuurlijk logisch: op diepte is er immers meer druk nodig om ons te voorzien van de juiste hoeveelheid lucht.
Om dit te kunnen doen beschikken de meeste eerste trappen over een zogenaamd membraan dat door een sterke veer en de omringende waterdruk naar binnen wordt gedrukt. Hoe hoger de omringende druk, hoe meer het membraan naar binnen wordt gedrukt.

Het is dit membraan dat een essentiële rol speelt in de luchttoevoer van de eerste trap om de middendruk op de juiste waarde te krijgen. Eenvoudig gesteld: de druk aan de binnenkant van de eerste trap duwt het membraan naar buiten, de druk aan de buitenkant duwt hem naar binnen. Afhankelijk van de positie van dit membraan wordt er lucht vanuit de duikfles naar het ‘tussenstuk’ geloodst. Wordt het membraan namelijk te ver naar binnen gedrukt, dan gaat de lucht lopen.

Bij het inademen (verlagen van de middendruk) wordt de druk op het membraan van binnen naar buiten gericht, verlaagd. Daardoor wordt het membraan iets verder naar binnen gedrukt en dat brengt een mechaniek in werking waarbij een klep die de luchttoevoer van de duikfles afsluit, opent. Kortom, als je inademt stroomt hierdoor lucht van de duikfles naar het gebied waarin de middendruk zich bevindt.

Waarom kost het tijd?

Eerder gaven we al aan dat bij het inademen het even duurt voordat de middendruk weer is aangevuld. Een belangrijke reden hiervoor is dat het membraan even tijd nodig heeft om naar beneden te komen en daarmee de klep te openen, maar dit membraan wordt ook door de instromende lucht uit de duikfles te snel weer teruggeduwd.

Om de middendruk sneller op peil te brengen zou je daarom iets moeten verzinnen wat helpt om het membraan in de eerste trap sneller in beweging te krijgen, en langer open te laten houden. En dat is nu net wat DFC doet!

Hoe werkt Dynamic Flow Control?

Door de instromende lucht op een slimme manier om te leiden, krijgt het een zuigende werking. Hierdoor helpt de instromende lucht niet alleen het membraan sneller in te drukken, maar tevens om hem langer open te laten staan. Dit mechaniek is gebaseerd op een natuurkunde wet. Eenvoudig gesteld leert deze wet ons dat wanneer je een gas uit een brede gang door een smalle gang laat stromen, de snelheid van de beweging van moleculen in dat stuk zal toenemen en dat daardoor een ‘zuigende werking’ wordt veroorzaakt.
Een DFC bevindt zich dus in de eerste trap en is vaak niets anders dan een slim geboord gaatje waar lucht door stroomt met een hoge snelheid dat een zuigend effect heeft op het membraan. Maar wat betekent dit nu in de praktijk? Op de eerste plaats dat deze werking op alle dieptes direct effect heeft, ongeacht de flesdruk, en dat de luchtopbrengst van de eerste trap met wel 30% toeneemt. Kortom, een DFC zorgt voor een veel kortere periode van een verlaagde middendruk en levert daardoor meer ademgemak en minder ademweerstand op. Hoewel DFC op alle dieptes effect heeft, merk je vooral bij diepere duiken het verschil met “DFC-loze” ademautomaten.

Waar vind je de DFC terug?

De meeste Mares ademautomaten zijn voorzien van Dynamic Flow Control (DFC). Andere merken hebben geen DFC, maar kunnen wel iets hebben wat daar op lijkt. Let wel op, sommige ‘alternatieven’ werken slechts goed in bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld kunnen ze het probleem van een lage luchtdruk in een duikfles oplossen. DFC lost biedt echter een antwoord op verschillende problemen, dit soort alternatieve oplossingen meestal alleen voor enkele problemen!

Mares heeft in verreweg de meeste gevallen alleen DFC gerealiseerd op de aansluitpoort voor de tweede trap. Het is daarom belangrijk dat de ademautomaat waar jij als duiker zelf door ademt daadwerkelijk op de DFC poort is aangesloten. De octopus (de alternatieve luchtbron) is dus meestal niet op een DFC poort aangesloten. Dat is jammer, want de omstandigheden waarin je een octopus nodig hebt vereisen juist vaak de meest optimale luchtopbrengst. Dit heeft echter alles met de constructie, complexiteit en de daarmee samenhangende bedragen te maken.

En als je dat voor veiligheid toch wilt?

Mares heeft hiervoor de MR52x uitgebracht. Deze eerste trap biedt als enige twee DFC poorten waardoor zowel de tweede trap als de octopus van een DFC poort zijn voorzien. Op dit moment is er geen enkele andere eerste trap die met twee DFC poorten is uitgerust.

In een aantal extreme omstandigheden wordt geadviseerd om minimaal twee eerste trappen te gebruiken. In een aantal gevallen wordt men hiertoe door de Europese wetgeving zelfs verplicht. In Nederland lijkt deze wetgeving niet zo door te dringen bij duikers, maar in het buitenland, zoals België, zien we dit vaak terug. Een eerste trap wordt hierbij gebruikt voor de tweede trap, de andere voor de octopus. In een dergelijke configuratie heeft het natuurlijk weinig zin om twee keer een MR52x in te zetten. Dan zijn twee eerste trappen met ieder een enkele DFC natuurlijk al voldoende. Denk dan aan bijvoorbeeld de Mares MR22x of MR15x.

Dive4all is

Aquamed logo
Officieel Aqua Med dealer. Registreer online

Mares logo
Officieel Mares Premium Reseller

Dive4all opleidingen worden uitsluitend gegeven door gecertificeerde PADI Instructeurs en Divemasters.

Dive4all PADI school Utrecht

Tweets

Een vraagje

Biologiezaken relevant voor duikers