Volg ons  Volg ons op Twitter Volg ons op Facebook

Deel deze pagina:
FaceBook  Twitter

Wie heeft er nog nooit calamari gegeten? In ieder land rond de Middellandse Zee staat dit gerecht op de menukaart. Het gaat hier dan over gefrituurde pijlinktvis. Hetzelfde dier dat we ook tegen kunnen komen wanneer we bijvoorbeeld bij Bonaire of in Egypte een duikje maken.

De bouw

De Loligo vulgaris, de wetenschappelijke naam voor een bepaald soort pijlinktvis, komt vaak voor, maar is toch een bijzonder dier. Hij behoort als weekdier tot de zogenaamde koppotigen (de Cephalopoda) waartoe ook de octopus behoort. En dat is niet voor niets omdat bij dit soort dieren de poten zich rond de mond bevinden.

De pijlinktvis is symmetrisch gebouwd, heeft tien ‘armen’ en een inwendige schelp dat niet, zoals menigeen beweert, je vroeger zou hebben kunnen zien in de kooitjes van kanaries zodat ze daar hun snavel aan konden slijpen. Dat is namelijk de schelp van een sepia. Dat van een pijlinktvis is veel dunner en doorzichtig. Dit bevat juist geen kalk in tegenstelling tot die van een sepia.

Ze beschikken over twee vinnen die goed te zien zijn wanneer je in de buurt van een pijlinktvis komt. Aan deze vinnen dankt de pijlinktvis zijn naam. Hierdoor lijkt hij immers op een pijl. Maar ze kunnen ook letterlijk pijlsnel zijn. Dat komt omdat hun voortstuwing niet alleen door deze vinnen wordt bepaald, maar ook door een soort trechter (sifon) waar hij water door kan pompen. Hij beschikt daarmee over een soort straalmotor.

De meeste exemplaren die we als duikers tegenkomen zijn niet groter dan 30 cm terwijl deze soort toch echt wel 50 cm lang kan worden. Blijkbaar worden niet zoveel exemplaren zo groot. Een aantal soorten pijlinktvissen kan echter veel groter worden. De zogenaamde ‘kolossale inktvis’ (Mesonychoteuthis hamiltoni) die voor het eerst ontdekt werd in 1925 in de maag van een potvis zou bijvoorbeeld zo maar een kleine 15 meter lang kunnen worden. Deze dieren leven echter in heel diep water en kun je daarom als recreatieve duiker niet tegenkomen.

Jagen

Een octopus heeft octo in zijn naam omdat hij over 8 armen beschikt. Een pijlinktvis dus 10. Maar twee van die armen zijn wel gespecialiseerd als bestek. Deze armen worden namelijk gebruikt om de prooi, die vooral bestaat uit vis, te grijpen. Dat doen ze terwijl ze door een school vis zwemmen. De prooi wordt gelokaliseerd met de ogen. Ze kunnen dan ook goed zien.

Verkleuren en flitslicht

Net als een octopus kan een pijlinktvis snel van kleur veranderen. Inmiddels weten we dat deze kleuren ook gebruikt worden om met elkaar te communiceren terwijl we eerder aannamen dat het slechts voor camouflage doeleinden werd gebruikt.

Pijlinktvissen kunnen overigens niet alleen van kleuren gebruik maken. Ze kunnen ook licht uitzenden. Vooral in de schemer kun je dat zien, in de vorm van flitslichten.

Bij Humboldt pijlinktvissen zagen biologen dat de dieren met elkaar communiceren door middel van gekleurde lichtflitsen. Deze inktvissen leven diep (en dus in het donker). Door op een van de dieren een camera te bevestigen kon dit gedrag goed bestudeerd worden. Komen dergelijke dieren elkaar tegen, dan sturen ze lichtsignalen naar elkaar toe ter begroeting.

Pijlinktvissen maken soms gebruik van een soort reclameverlichting. Er lopen dan gekleurde golven licht over hun lijf wat enige overeenkomst lijkt te vertonen met zonlicht op golven. Dit zou vooral als camouflage dienst doen.

Echte inkt

Als inktvis kan de pijlinktvis natuurlijk ook daadwerkelijk inkt spuiten. Dat doen ze wanneer er gevaar dreigt. Dit soort ‘natuurlijke inkt‘ werd ooit gebruikt om echt mee te schrijven en te tekenen. In de negentiende eeuw werd deze inkt gewonnen vooral uit sepia (een bepaald soort inktvissen die in het Nederlands zeekat wordt genoemd) gewonnen. Deze kleurstof werd met lak vermengd zodat het waterbestendiger werd. De inkt werd sepia genoemd wat dus verwijst naar de wetenschappelijke naam voor het dier die veel voor dit doel werd gevangen. Nog steeds maken we gebruik van deze kleurstof, maar dan om voedsel mee te kleuren zoals spaghetti al nero di seppia (zwarte spaghetti met inkvis).

De Pijlinktvis, maar ook de octopus, gebruikt de inkt dus als ze zich bedreigd voelen. Ze spuiten de inkt in het water zodat daar een wolk ontstaat en verdwijnen dan door die wolk heen. De inkt wordt bewaard in een inktzakje en wordt via de anus uitgespoten.

In Nederland

Ook in Nederland komen pijlinktvissen voor. De Loligo vulgaris is hier bijvoorbeeld veel voorkomend naast enkele andere soorten.

In het voorjaar leggen ze eieren. Deze zijn terug te vinden als lange snoeren. Je vindt ze ook wel eens aan het strand. Fijn voor duikers is dat de pijlinktvis de eitjes afzet in kustwater. Je kunt dat schouwspel dus bewonderen. Vooral in de Oosterschelde. Maar de paring van de pijlinktvis zelf zie je meestal niet omdat de vrouwtjes, wanneer ze bij de kust aankomen, al spermapakketjes van vaak meerdere mannetjes bij zich heeft. De meeste duikers gaan overigens niet kijken naar pijlinktvissen, maar naar de sepia, wanneer deze naar de kust komt om te paren.

De paring van de pijlinktvis is niet echt romantisch te noemen. Het mannetje grijpt het vrouwtje en brengt met een speciale arm (de hectocotylus) een spermapakketje aan in haar mantel. Tijdens dat afzetten kunnen eicellen bevrucht raken, maar eerder afgezet sperma kan dat op dat moment ook doen omdat het hierdoor naar voren wordt geschoven.

Wanneer de eiersnoeren worden afgezet, kijkt het mannetje toe. Omdat een eiersnoer kan bestaan uit wel meer dan 200 eieren van iets van 2 mm per ei en er zo’n 25 snoeren worden afgezet, kan dat wel even duren. De dieren zetten de eieren vaak collectief af, dat wil zeggen, met meerdere dieren tegelijkertijd. Dit om de kans te verkleinen dat alles wordt opgegeten door roofdieren.

Eenjarig

Omdat pijlinktvissen al binnen een jaar geslachtsrijp zijn en de vrouwtjes na het afzetten van de eieren overlijden, worden ze niet erg oud. Mannetjes worden doorgaans iets ouder, maar meestal niet ouder dan drie jaar. Bij de sepia gaan vaak beide dieren dood.

Een populatie pijlinktvissen is hierdoor erg gevoelig voor de visvangst. Dat probeert men wel te reguleren, maar voor pijlinktvissen blijft het lastig een TAC (Totale Toegelaten Vangst) vast te stellen. Van ieder dier dat kort leeft spelen omgevingsvariabelen meestal een enorme rol in de hoeveelheid levende dieren op een bepaalt moment. Dit komt er op neer dat we grote moeite hebben om te weten hoeveel dieren er op een bepaalt moment daadwerkelijk zijn en dus ook maar moeilijk kunnen inschatten of we moeten stoppen met de vangst of er juist nog mee door kunnen blijven gaan.

In bepaalde delen van de Verenigde Staten hebben ze daar wat op gevonden. Men kijkt daar per ‘ophaalbeurt’ hoeveel exemplaren gevangen worden. Dit aantal dient gemeld te worden aan de overheid. Verminderd dat aantal tot een zeker niveau, dan stoppen ze de vangst.

Voor ons geldt dat de meeste pijlinktvissen in het Kanaal worden gevangen. Dit gebeurt grootschalig en door verschillende landen. De Amerikaanse methode kan daarom bij ons niet zo goed worden toegepast. Hierdoor is de kans groot dat deze dieren leiden onder overbevissing.

Na de dood

De pijlinktvis leeft dus niet zo lang maar toch vinden we maar weinig dode dieren terug wanneer we duiken in bijvoorbeeld de Oosterschelde. Dit komt omdat het weefsel van deze weekdieren erg zacht is en bijzonder snel uiteen valt en wordt opgegeten wanneer ze gestorven zijn. De glasachtige schelpen zou je wel moeten kunnen vinden, maar die zijn natuurlijk maar moeilijk te zien.

Van de sepia vindt je wel regelmatig de schelp terug. Deze spoelen gewoon aan op het strand.

Evolutie

Net nadat de kwallen waren verschenen en dus nog lang voordat de dinosauriërs op de aarde rondliepen, waren er al inktvissen. Dat is opmerkelijk omdat veel diersoorten die in een bepaalde periode leefden, de volgende periode niet overleefden. Denk aan de meeste dino’s die na de inslag van een grote meteoriet het leven lieten. De inktvis overleefde al dit soort periodes tot nu toe.

De inktvissen hebben zich natuurlijk steeds verder ontwikkeld. Zelfs op intelligent gebied. We kennen voorbeelden van octopussen die, met een zekere mate van intelligentie, de aanval van haaien (een van hun predatoren) succesvol konden afslaan door armen in de kieuwen te steken. De haai stikt daardoor en zwemt verschrikt weg. Hier zit dus een plannetje achter. Ook zien we dat ze plannen kunnen maken om te ontsnappen uit emmers en netten en dat ze rekening kunnen houden met omgevingsvariabelen, zoals de mens.

De inktvis heeft in de evolutie een belangrijke stap gemaakt op het moment dat andere dieren dat nog niet deden. Hij verkreeg drijfvermogen doordat hij in zijn schelp gaskamers ontwikkelde. Doordat al het leven zich in die tijd afspeelde op de bodem van de zee, werd de inktvis overtuigend als enige de heerser van de zee. Op het vaste land leefde nog geen dieren.

Let wel, alle inktvissen hadden toen dus uitwendige schelpen en de meest uiteenlopende varianten ontwikkelden zich. Omdat deze schelpen als fossiel goed bewaard zijn gebleven, weten we dat er talloze soorten bestonden en van allerlei formaat. Schelpen van meer dan tien meter zijn daarbij als fossiel aangetroffen.

Wat deze ontwikkeling betreft is de inktvis dus veel meer een wereldheerser geweest dan bijvoorbeeld de dinosauriër of het latere zoogdier. Deze laatste twee moesten het domein altijd delen met andere diersoorten, de inktvissen liepen echter zoveel voor op de andere diersoorten dat zij het rijk boven de anderen voor zichzelf hadden.

Dit inktvissenrijk ontstond al in het Cambrium (540-485 miljoen jaar geleden) en veranderde pas in het Devoon (420 tot 360 miljoen jaar geleden) omdat er toen vissen kwamen die schelpen konden breken met hun bek. We spreken dus over een periode van vele miljoenen jaren alleenheerschappij voor de inktvis.

Vanaf het Devoon ontwikkelde de inktvissen zich verder omdat zij zich moesten aanpassen tegen deze nieuwe belagers. Er kwamen exemplaren die een veel sterkere schelp kregen (de zogenaamde ammonieten) en er kwamen versies uit van inktvissen waarbij de schelp juist naar binnen groeide en zich tot een soort vis ontwikkelde, zoals de huidige pijlinktvis en sepia.

De ammonieten zijn uitgestorven toen de dinosauriërs verdwenen. Die meteoriet deed ook hen blijkbaar de das om. Een inktvis die nog wel in een schelp woont, de nautilus, leeft na 500 miljoen jaar nog steeds, maar wordt met uitsterven bedreigd. Dit omdat de schelp door de mens als kunstobject wordt gebruikt en ook nog opgegeten wordt.

Op dit moment

Het lijkt er op dat de pijlinktvis weinig last heeft van de huidige bedreigingen van de zee, zoals de opwarming van de aarde. Sterker nog, hij vaart er wel bij! Hij is, zogezegd, warmte minnend. En de slachting die wij als mens hebben toegebracht aan bijvoorbeeld de vele haaiensoorten, hebben er ook voor gezorgd dat er minder predatoren op de loer liggen. Voor de inktvis is dat gunstig gebleken.

Zoals nu bekend worden pijlinktvissen niet zo oud. Dat betekent dat er een snelle generatie opvolging bestaat. Dieren met een snelle generatieopvolging kennen een snellere evolutie dan dieren die dat niet hebben. Dit zou mogelijk een reden zijn waarom inktvissen zich veel sneller kunnen aanpassen aan veranderende (milieu-)omstandigheden dan andere dieren. Ze zijn wat dat betreft dus ook in het voordeel.

Maar een snelle aanpassing hebben ze niet alleen door een snelle generatie opvolging. Biologen hebben bijvoorbeeld ontdekt dat pijlinktvissen zelf kunnen bepalen eerder geslachtsrijp te worden wanneer dat nodig mocht zijn. Dit is een opmerkelijke eigenschap die je zowat nergens verder in het dierenrijk tegenkomt en de soort een stuk flexibeler maakt.

Dit alles geeft toch voldoende stof tot nadenken wanneer je de volgende keer in het Griekse of Italiaanse restaurant calamari als voor- of hoofdgerecht besteld. Een bijzonder dier, die pijlinktvis!

 

 

Dive4all is

Aquamed logo
Officieel Aqua Med dealer. Registreer online

Mares logo
Officieel Mares Premium Reseller

Dive4all opleidingen worden uitsluitend gegeven door gecertificeerde PADI Instructeurs en Divemasters.

Dive4all PADI school Utrecht

Tweets

Een vraagje

Biologiezaken relevant voor duikers