Volg ons  Volg ons op Twitter Volg ons op Facebook

Deel deze pagina:
FaceBook  Twitter

In 2019 verschenen berichten in de media dat het slecht zou gaan met het leven in het Grevelingenmeer. Al het leven onder de tien meter zou dood zijn. Reden voor Dive4all om tijdens het Zeelandweekeinde 2019 te onderzoeken wat er nu waar was van dit verhaal. Want zit het Grevelingenmeer volgens onze ervaringen niet vol met leven?

Dammen

Voor de Deltawerken (jaren zestig) bestond het Grevelingenmeer niet. De Grevelingen was een normaal deel van de zee dat een stuk het land in liep en daarom een zeearm werd genoemd. Heel vergelijkbaar met de Oosterschelde. Door het indammen van de Grevelingen werd deze zeearm het grootste zoutwatermeer in West-Europa.

De dammen zorgden voor meer veiligheid, maar dit zorgde als neveneffect wel voor een geringe uitwisseling met het verse water in het Grevelingenmeer met dat van de Noordzee. In de Brouwersdam werd weliswaar later (1978) een sluis geplaatst (de zogenaamde Brouwerssluis) toen bleek dat er veel dieren dood gingen. Deze dam is vanaf duikplek het Koepeltje goed te zien, maar al snel bleek dat het af en toe open zetten daarvan nog steeds niet genoeg was om voor voldoende vers zeewater te zorgen, dus ging men hem permanent open zetten, tenzij het stormde.

Was dat genoeg?

Door de sluis zoveel mogelijk open te zetten, kon onder andere het zoutgehalte van het Grevelingenmeer beter op peil worden gehouden. Daarvoor werd het water steeds zoeter wat een massale sterfte van de zeedieren met zich mee had gebracht. Maar was dat wel genoeg? Volgens de media is er een zogenaamde ‘deathzone’ in het Grevelingenmeer ontstaan. Een deathzone is een diepte waar een gebrek aan zuurstof heerst zodat er weinig toch niets meer kan leven.

Deze deathzone ontstaat doordat er te weinig beweging in het water aanwezig is. Net als in andere stilstaande meren ontstaan er namelijk twee lagen in het water van het Grevelingenmeer: een warme bovenlaag en een koudere onderlaag. Deze twee worden gescheiden door een laag die de thermocline wordt genoemd. Alle Nederlandse duikers kennen dit verschijnsel. De lagen boven en onder de thermocline mengen door het gebrek aan waterbeweging nauwelijks tot niet. Door verbruik komt er steeds minder zuurstof in de onderste laag en uiteindelijk is dit te weinig voor een groot aantal diersoorten die daardoor sterven: de deathzone.

Het signaal dat er een deathzone in het Grevelingenmeer zou bestaan is overigens niet nieuw: meer dan tien jaar geleden werd dat ook geconstateerd en deed men al pogingen daar verandering in aan te brengen.

Recent kwam de deathzone opnieuw in het nieuws. Men zag weinig tot geen verandering in de situatie en de vraag ontstond of we geen grotere doorlaat in de Brouwersdam moesten plaatsen die in het Grevelingenmeer ook de getijden gedeeltelijk weer terug zou kunnen brengen. Hierdoor zou meer waterbeweging ontstaan en de deathzone zich, in ieder geval deels, kunnen oplossen. Deze interventie zou er immers voor moeten zorgen dat er, ook in de diepere delen, meer zuurstof terecht kan komen.

Maar eerst, zo meenden wij, moest natuurlijk wel worden vastgesteld of de deathzone nog steeds bestaat sinds het min of meer permanent openen van de Brouwerssluis en of deze deathzone zich nog steeds bevindt op de diepte van tien meter, die vaak genoemd wordt. Mogelijk is het zo dat door het open houden van de sluis de kwaliteit van het water is verbeterd en de deathzone daardoor dieper is komen te liggen. En dus dat het wel steeds beter zou gaan maar dat er gewoon veel tijd voor nodig is.

Onze bevindingen

Door de deathzone op een groot aantal duikstekken in het Grevelingenmeer op te zoeken, hebben we een redelijk beeld gekregen van de diepte waarop zich deze deathzone momenteel bevindt. In tegenstelling tot wat wij dachten, bevindt de deathzone zich nagenoeg overal op dezelfde diepte, namelijk rond de zeven meter. Dit is dus maar liefst 30% ondieper dan wat vaak gesteld wordt!

In de door ons opgestelde hypothese van ons onderzoek is te lezen dat wij een verloop hadden verwacht te zien: hoe dichter bij de sluis, hoe dieper de deathzone. Dat bleek niet het geval. Wat ons verder opviel was dat dit jaar in de ‘levende zone’ veel sterfte had opgetreden. Er zijn op dit moment aanzienlijk minder kreeften, krabben, zeesterren en bijvoorbeeld levende Japanse Oesters te vinden dan in de afgelopen jaren. Wel zag je meer vis. Dit was weliswaar een subjectieve constatering, niet gestoeld op gemeten waarden die wij konden vergelijken met historische cijfers, maar in onze ogen wel duidelijk te constateren hoewel het geen onderdeel was van ons onderzoek.

Zorgen maken

Ieder jaar in de zomer gaat het minder goed met het leven in het Grevelingenmeer. Het water wordt warmer en daardoor ontstaat een thermocline. Doordat er in de zomer nu eenmaal ook minder stormen en wind zijn, beweegt het water nog minder. In de herfst gaat het dan langzamerhand weer beter en herstelt de natuur zich weer. Dit “hoort” dus bij het Grevelingenmeer.

Toch is het ons inziens niet onterecht dat men in de media zorgen uitspreekt over de huidige situatie. De zaak lijkt te verergeren. Naast de duidelijk ondiepere deathzone heeft er nu ook nog een enorme sterfte plaatsgevonden door de aanblijvende hoge watertemperatuur. Iets wat we waarschijnlijk steeds vaker zullen gaan meemaken gezien de klimaatverandering. Dat we meer vis zien is in dit kader ook niet vreemd. Deze dieren migreren van de deathzone naar boven doordat verblijf daar niet meer mogelijk is. Min of meer ‘vastzittende dieren’ kunnen dat niet en sterven.

Toen wij begin september dit jaar in het Grevelingenmeer doken, kon dat gemakkelijk zonder cap en zonder handschoenen in een enkel wet suit. De watertemperatuur schommelde namelijk rond de twintig graden Celsius. Voor duikers heel prettig, maar voor het onderwaterleven in het Grevelingenmeer catastrofaal. Twintig jaar geleden kwam dit niet voor: we doken toen altijd in droogpak omdat het anders niet te doen was door de kou.

Tel daar ook nog eens de vele werkzaamheden bij op zoals die worden uitgevoerd aan de sluis. Werkzaamheden die onder andere het zicht in het water aanzienlijk verslechteren, dan begrijpt iedereen dat de flora en fauna van het Grevelingenmeer het momenteel erg zwaar te verduren hebben. De cumulatie van al deze dingen samen nekt het leven in het meer steeds meer. In feite zit er alleen nog leven langs de rand van het meer, in het ondiepe deel. De rest is dood.

Toen de spuisluis werd gebouwd om het zoutgehalte op peil te brengen (1978) dachten we dat het probleem hiermee verholpen was. Daarvoor stierven er namelijk ook heel veel dieren. Maar dat was doordat het zoutgehalte sterk afnam. Tussen dat moment en nu heeft de natuur zich nooit helemaal kunnen herstellen. Het probleem was namelijk niet alleen het zoutgehalte, maar ook het zuurstofgehalte.

Is er hoop?

Natuurlijk, want we erkennen het probleem en spannen ons in om dat te verhelpen. Er is bijvoorbeeld budget vrijgemaakt (75 miljoen Euro) om de waterkwaliteit van het Grevelingenmeer te gaan verbeteren. Rond 2025 zou dat moeten hebben plaatsgevonden. Het idee is om de getijden terug te brengen door in de Brouwersdam een grotere doorlaat te maken. Mogelijk kan deze doorlaat ook gebruikt worden om energie op te wekken.

Wel moeten we realistisch zijn: in de Oosterschelde is het verschil tussen eb en vloed soms drie meter. Een dergelijk verschil zullen we in het Grevelingenmeer niet snel terug krijgen. Dat heeft natuurlijk effect op het onderwaterleven. Maar alle beetjes samen helpen wel!

Er is dus hoop op verbetering van de huidige situatie, maar zoals het was, zal het niet meer worden. Er wordt door mensen nu eenmaal altijd een afweging gemaakt tussen kosten, economische belangen, veiligheid en natuurbelangen.

Overigens werd ons Zeelandweekeinde er niet minder door. Ondanks dit negatieve bericht was het uitermate gezellig en leuk om daar met z’n allen te vertoeven. Maar dit geeft ook reden tot overdenking. Juist omdat zoveel mensen samen kunnen genieten van de natuur moeten we er extra zuinig op zijn. Niet alleen omdat we het nodig hebben voor ons bestaan, maar ook omdat we het weten te waarderen!

Dive4all is

Aquamed logo
Officieel Aqua Med dealer. Registreer online

Mares logo
Officieel Mares Premium Reseller

Dive4all opleidingen worden uitsluitend gegeven door gecertificeerde PADI Instructeurs en Divemasters.

Dive4all PADI school Utrecht

Tweets

Een vraagje

Biologiezaken relevant voor duikers