Het duurde even voordat iedereen ze zag tijdens onze bootduik in Egypte, maar er vlogen wel degelijk vissen uit het water die wel 20 tot 30 meter verder pas neer kwamen. Jeroen zag ze als eerste, en attendeerde de anderen daar op. Maar dat wilde nog niet zeggen dat iedereen ze meteen zag. Je moet een beetje weten waar je moet kijken. Vlak boven het wateroppervlak namelijk. En vliegende vissen zitten goed in de schutkleuren, dus dat is goed kijken.

Zweefduikvluchten met grote borstvinnen
Er bestaan wel zeventig verschillende soorten vliegende vissen, dus wat dat betreft mag je ze niet allemaal over een kam scheren. Maar je vindt ze wel allemaal terug in de warmere zeeën en de wijze van vliegen is hetzelfde. Niet gek dus, dat we ze zagen tijdens onze trip over de Rode Zee.
Als je ze zo bekijkt, zou je inderdaad geloven dat ze vleugels hebben en dus kunnen vliegen. De werkelijkheid is echter anders: vliegende vissen hebben grote borstvinnen waardoor ze een soort zweefduikvluchten kunnen maken boven water. Een ideale manier om roofdieren te ontlopen, want boven water ben je relatief veiliger dan in het water. En als je dan ongemerkt op een heel andere plaats het water weer in komt, is de belager je vast kwijtgeraakt.
Vliegen uit veiligheid
Om te kunnen ‘vliegen’, zwemt de vis pijlsnel vlak onder de oppervlakte. Hij houdt daarbij de grote borstvinnen strak tegen zich aan. Zodra hij het water verlaat, spreidt hij de borstvinnen uit en maakt daarmee een soort zweefvliegtuig van zichzelf. Ze vliegen dus niet, maar zweven. Ze slaan dan ook niet met hun ‘vleugels’ zoals vogels. Ze houden ze gewoon stil naast zich.
Dat het zweven doeltreffend is, kun je wel bedenken. De snelheden van het zweven lopen soms op tot 60 KM per uur (twee keer zo snel als zijn topsnelheid voor het zwemmen) en hij kan afstanden tot wel 50 meter met zijn zweefvlucht afleggen. Het verhaal dat vliegende vissen over je boot heen zouden komen, moet je toch met een korreltje zout nemen: meestal komen ze niet hoger dan 1,5 meter van het water vandaan.
Een boot is niet echt een natuurlijke vijand van de vliegende vis, maar je ziet toch dat ze soms door een boot worden getriggerd om het luchtruim te kiezen. Tonijnen en bijvoorbeeld goudmakrelen zijn de echte jagers op de vliegende vis. Daarvan gaan ze sowieso de lucht in. Het geluid van de boot wordt waarschijnlijk beschouwd als een onbekend gevaar, waardoor ze ook daardoor worden aangezet om te gaan zweven.
Eten of gegeten worden
Vliegende vissen worden overigens ook door mensen gegeten, maar net als kwallen is dit typisch iets wat meer op het menu voorkomt in Australië, Azië en Brazilië dan in Europa. Voor mij is het niets. Ik heb het eens geprobeerd, maar ze zitten echt barstensvol graat en dan is voor mij de lol van het vis eten er altijd snel vanaf.
Zelf eten ze vooral plankton en de kleine diertjes die daar in zweven. Als de schemer valt, zwemmen ze naar de kust en gaan op strooptocht. Net als makrelen openen ze hun bek en filteren wat daar in terecht komt. De vissen hebben best wel wat nodig aan voedsel want ze worden groter dan je misschien zou denken. 30 tot 40 cm is niet abnormaal. En dat hele beest kan dus zo’n 50 meter zweven op een paar borstvinnen. Top toch?