Volg ons  Volg ons op Twitter Volg ons op Facebook

Deel deze pagina:
FaceBook  Twitter

Overal in Zeeland kom je ze tegen en in aantallen die je soms laten duizelen. Veel voorkomend dus, maar gewoon kun je hem toch niet noemen, de krab blijft een bijzonder dier.

Een echte staart

Krabben behoren tot de Decapoda (tienpotigen) maar ze worden ook wel eens kortstaartigen genoemd omdat ze hun staart onder zich wegklappen. Bij kreeften zie je dat de staart gewoon uitsteekt. Een krab heeft dus net als een kreeft wel degelijk een staart, maar hij zit onder zijn lichaam gevouwen. Daarom lijkt het alsof zijn achterlijf bij het schild stopt.

Aan die staart kun je overigens zien of het een mannetje of een vrouwtje is. Wanneer je een krab omdraait herken je het mannetje aan een puntvormig staart, bij het vrouwtje is die staart een stuk ronder. De staart is een soort klepje. Onder dat klepje kunnen dingen verborgen liggen waar we later op terug zullen komen.

De groei

Ieder dier met een hard pantser (een exoskelet wordt dat genoemd) heeft hetzelfde probleem: vroeg of laat groei je je jasje uit. Krabben moeten daarom vervellen. Krabben kennen een volledige verveling. Dat betekent dat ze hun gehele pantser afgooien en er dus een nieuwe voor in de plaats moeten krijgen. Dat biedt voordelen voor de krab, zoals het wegwerpen van een pantser dat is volgroeid met allerlei dieren zoals waterpokken of zeeanemonen. Ook raak je dan verlost van een pantser dat gescheurd of gebroken is. Dit komt nog al eens voor omdat roofdieren een krab dan hebben geprobeerd te vangen, maar daar uiteindelijk niet in slaagden.

Als de krab in zijn jonge jaren nog sterk in de groei is, kan het vervellen meerdere malen per jaar plaatsvinden. Als volgroeid dier gaat het meestal om een vervelling per jaar. De vervelling wordt ingezet door de afgifte van hormonen. De laag tussen het pantser en het lichaam van de krab begint hierdoor los te laten. Tegelijkertijd worden stoffen aangemaakt die het pantser oplossen.

Terwijl een nieuw pantser onder het oude pantser wordt ontwikkeld, worden stoffen van het oude pantser hergebruikt voor het nieuwe pantser. Op een gegeven moment kruipt de krab achter uit zijn oude pantser en neemt dan veel water op. Het nieuwe pantser, dat nog zacht is, wordt hierdoor opgerekt en wordt daardoor groter dan het vorige pantser. Na de vervelling is het pantser dus groter dan het lichaam, maar het lichaam heeft dan extra vocht opgenomen dat in de loop der tijd afneemt en wordt vervangen door weefsel. Op die manier groeit de krab in zijn pantser dat toch altijd goed past. Totdat het pantser te klein wordt voor verdere weefsel aangroei. Dan herhaalt zich dit vervelingsproces gewoon weer opnieuw.

Voortplanting

Veel krabben zijn geslachtsrijp na ongeveer een jaar. Om zichzelf te kunnen voortplanten, hebben ze water nodig. Zelfs krabben die op het land leven trekken daarom eens per jaar naar de zee om eitjes af te kunnen zetten.

In aantallen van enkele miljoenen exemplaren tegelijkertijd kun je daarom bijvoorbeeld op Cuba in de Varkensbaai, wanneer de eerste regens gevallen zijn, de krabben uit de bossen zien komen om zich in de zee te gaan voortplanten. Dat is een adembenemend tafereel! Het zijn er op dat moment namelijk zoveel, dat muren en straten soms geheel bedekt worden. Je kunt geen voet op de grond zetten zonder op krabben te stappen. Zoek er maar eens iets over op binnen het Internet: je zult er versteld van staan kijken!

De staart van de krab heeft onder andere een beschermende functie. Vrouwtjes kunnen daar hun eieren onder bewaren terwijl de mannetjes daar twee penissen onder hebben verstopt. De “penis” van de krab is eigenlijk een zwempootje. Deze zwempoot is sterk gespecialiseerd en wordt een gonopod (spermapoot) genoemd. Het sperma wordt niet direct naar de eicellen gestuurd, maar komt terecht in iets wat een spermakamer heet. Daar wordt het sperma in bewaard.

Het afgeven van het sperma kan alleen wanneer het pantser van de vrouwtjeskrab nog zacht is na een vervelling. De mannetjes vinden deze vrouwtjes doordat ze op de hormonen van de in bezig zijnde vervelling afkomen die op dat moment wordt afgescheiden. Omdat jonge vrouwtjes meerdere malen per jaar vervellen, kunnen ze meerdere malen per jaar paaien. De mannetjes slaan hun poten om het vrouwtje vast zodat zij bij hem blijft. Tijdens de paring draaien de vrouwtjes zich om en liggen dus op hun rug. Beide momenten, het vasthouden en de paring, heb je als duiker misschien al wel eens gezien.

De vrouwtjes ontwikkelen een soort lijmstof met behulp van speciale klieren onder haar staart om de eitjes tegen zichzelf en tegen elkaar te laten plakken. Die eitjes bevinden zich onder de staart. Dat is nodig, want er zijn gevallen bekend waarbij krabben de eitjes meerdere maanden bij zich droegen voordat ze uit kwamen. Hier liggen ze tijdens de draagperiode goed beschermd. Eenmaal uitgekomen bevindt de krab zich in een larve stadium waarbij hij als vrij zwemmend wormpje onderdeel van het plankton wordt. Na verloop van tijd ontwikkelt hij zich verder tot krab en zinkt hij naar de bodem.

Ademhaling

Krabben hebben kieuwen. Dit zijn niet dezelfde kieuwen als waar vissen over beschikken. De werking is echter wel hetzelfde: zuurstofrijk water wordt met een tegenstroomprincipe langs de kieuwen gevoerd en op die manier wordt zuurstof opgenomen. Deze oplossing werkt onder water, maar niet boven water. Toch hebben landkrabben dezelfde kieuwen. Zij nemen wat water mee onder hun schild dat wordt blootgesteld aan de buitenlucht zodat met behulp van diffusie zuurstof in dat water terecht komt. Dat water wordt vervolgens langs de kieuwen geleid om daarna weer aan lucht blootgesteld te kunnen worden. Landkrabben dragen dus een stukje ‘zee’ met zich mee. Daarvoor moeten de kieuwen wel vochtig blijven. Krabben komen hierdoor soms zelfs voor in natte bossen, maar in droge omgevingen zul je ze niet zo snel tegenkomen.

Uit onderzoek blijkt dat een aantal soorten krabben ook gebruik maakt van diffusie van zuurstof doordat ze hiervoor aparte gaatjes in het schild hebben zitten. Deze voorziening bestaat dan naast de kieuwen omdat deze soorten met alleen hun kieuwen niet voor voldoende zuurstof kunnen zorgen.

Daar waar mensen hemoglobine gebruiken als stof voor het vervoer van zuurstof, gebruiken krabben de stof hemocyanine. Voor hemoglobine is ijzer nodig, voor hemocyanine koper. Vandaar dat het bloed van krabben blauwachtig is en niet rood. Ons bloed is door het ijzer altijd rood gekleurd, maar bij krabben is het bloed alleen blauw als er zuurstof aan gebonden is. Zuurstofarm bloed is doorzichtig. Je vindt deze stof overigens ook terug in het ‘bloed’ van geleedpotigen zoals bij insecten, spinnen en kreeften.

Voortbeweging

De naam krab is afgeleid van ‘crabbe’, wat kruipen betekent. De krab heeft vier paar looppoten en twee scharen. Het einde van de poot is puntig of juist plat (als ze beschikken over zwempoten) en bevat dus geen grijpertjes zoals je dat soms bij insecten ziet. Alleen de scharen hebben “knijpers”. Als kind waren wij op een camping in Zeeland en heb ik geleerd dat strandkrabben gemakkelijk te vangen zijn maar ook ongevaarlijk zijn wanneer je ze oppakt. Ik heb er heel wat gevangen zonder ooit ‘geknepen’ te zijn.

Ik herinner me ook dat wij ze op onze polsen zetten en dat de arme diertjes zich met hun looppoten angstvallig om onze pols vasthielden. Hierdoor konden wij met super gave armbanden over de camping lopen terwijl veel mensen respect voor ons toonden en ons op de foto zetten. Wij voelden hier niets van. De looppoten staken niet en de scharen gebruikten ze niet om ons te pakken te nemen.

Toch moet je daarom niet aannemen dat een confrontatie met een krab altijd zonder gevolgen blijft. Er zijn verhalen genoeg bekend van mensen die wel door een krab te pakken genomen zijn. Ze blijken in dat soort gevallen hard te kunnen knijpen, maar situaties waarover verteld wordt dat je vingertopje er vanaf wordt geknipt door een strandkrab, moet je niet geloven. Zo sterk zijn ze helemaal niet en ze zijn ook niet giftig.

Wanneer wij op de camping de krabben op het einde van de dag weer op het strand terug moesten zetten, dan zetten zij het op een lopen. Ze konden zo snel zijn dat wij ze niet meer bij konden houden. Opvallend was dat de meeste soorten krabben (er zijn er wel 6000!) zijwaarts lopen, en niet voorwaarts zoals kreeften dat doen. Maar had je daarentegen een Noordzeekrab gevangen, dan hoefde je niet bang te zijn dat die weg zou glippen. Zowel onder- als boven water zijn dit uiterst trage dieren. Deze vangen als kind was echter best geluk hebben. Zeker de grotere exemplaren bevinden zich meestal namelijk op minstens een paar meter diepte. De Noordzeekrab herken je aan zijn dikke lijf en poten en zwarte punten op de scharen. Het is een beetje de lobbes onder de Nederlandse krabben. Een andere krab die goed stil wil blijven zitten, is de Hooiwagenkrab. Ideaal dus om te fotograferen!

Plaag

Nederland kent een kleine 40 inheemse krabben. Deze krabben kun je aantreffen in elk zout water, maar ook in een aantal zoetwaterplassen en zelfs op het land waar bepaalde soorten zich op hebben aangepast. In Nederland is ook een aantal exoten terecht gekomen. De Chinese wolhandkrab is daar een goed voorbeeld van. Dergelijke krabben vormen al snel een plaag doordat ze geen natuurlijke vijand kennen, zich snel vermenigvuldigen en veel vreten. “Onze” gewone strandkrab is overigens ook een dier dat als een plaag in bijvoorbeeld Amerika wordt beschouwd. En wel in die mate zodat hij op de lijst met meest schadelijke dieren is geplaatst.

Voedsel

De meeste krabben zijn omnivoor en eten dus zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Terecht worden ze wel eens de stofzuigers van de zee genoemd. De meeste krabben eten, zeker als ze groter worden, voornamelijk aas, dus dode dieren en planten. Regelmatig zie je als duiker een krab zich tegoed doen aan een andere krab. Ga er maar van uit dat hij deze soortgenoot dan dus dood gevonden heeft.

Maar van de strandkrab, die we heel veel in de Grevelingen tegen kunnen komen, is bekend dat hij een echte jager is. De helft van hun voedsel zou bestaan uit garnalen die ze vangen. Ook graven ze bijvoorbeeld wormen uit. De strandkrab is best agressief. Dat zie je als je duikt: vaak richten ze hun scharen uitdagend naar je op en je ziet ze ook regelmatig onder water onderling een knokpartijtje uitvechten.

Krabben worden natuurlijk ook gegeten. De Noordzeekrab is prima voor mensen te consumeren en het vlees wordt als verfijnder beschouwd dan dat van bijvoorbeeld een kreeft. De strandkrab is daar te klein voor, maar wordt wel voor soep en saus gebruikt. Toch kent de strandkrab in Nederland niet de mens maar de Zilvermeeuw als een van zijn grootste vijanden op dit gebied. Wie wel eens duikt bij het Koepeltje en op een pier uit het water klimt zal daar legio leeggegeten pantsers aan kunnen treffen. Er liggen ook veel schelpen tussen. De vogels hebben geleerd dat als je dit soort dieren van grote hoogte op de stenen laat vallen, de harde bescherming breekt en dat ze op die manier gemakkelijker de zachte inhoud kunnen bereiken.

Krabbezakje

Heel soms zie je, meestal aan de achterzijde en onderkant van een krab, wel eens een soort eierzakje hangen. Dit is geen eierzakje maar een zogenaamd krabbezakje. Als je het zakje ziet, dan betekent dit dat de krab niet lang meer te leven zal hebben. Door het krabbezakje (Sacculina carcini) zal de krab eerdaags sterven.

Het krabbezakje is een parasiet die als larve op een gastheer terecht is gekomen. Hij zoekt een opening in het schild van de krab en klimt daardoor naar binnen. Vaak is dat een schanierpunt van een poot. Met behulp van een ingenieuze oplossing dringt de larve het lichaam van de krab binnen en zet zich uiteindelijk vast bij het achterlijf.

Het krabbezakje brengt een soort pijpleidingen in de krab aan waarmee hij zich voedt met het lichaam van de krab. De krab blijft daarbij in leven. Een dode gastheer levert immers geen goed voedsel op.

Doordat het Krabbezakje stoffen afscheid in de krab, kan de krab zich niet meer voortplanten. Hij vervelt ook niet meer. Hierdoor wordt de gastheer geheel behouden voor alleen het voeden van de parasiet. Uiteindelijk bezwijkt de krab aan het krabbezakje.

Een zeekrab kan wel 40 jaar oud worden, maar na de besmetting van het krabbezakje duurt het vaak maar enkele maanden totdat de krab bezwijkt.

Dive4all is

Aquamed logo
Officieel Aqua Med dealer. Registreer online

Mares logo
Officieel Mares Premium Reseller

Dive4all opleidingen worden uitsluitend gegeven door gecertificeerde PADI Instructeurs en Divemasters.

Dive4all PADI school Utrecht

Tweets

Een vraagje

Biologiezaken relevant voor duikers