Volg ons  Volg ons op Twitter Volg ons op Facebook

Deel deze pagina:
FaceBook  Twitter

Een wandeling langs het strand laat al snel zien dat in de Nederlandse wateren kwallen leven. De meest voorkomende worden in dit artikel beschreven.

Kwallen in Nederland

Al veel eerder berichtten wij over de ‘invasie van de ribkwal’ waarmee we duidelijk wilden maken dat de komst van exoten zoals de ribkwal grote negatieve gevolgen kunnen hebben voor het leven in onze wateren.

Maar Nederland kent ook inheemse kwallen die hier thuis horen en gewoon in het ecosysteem hun plekje hebben. Het gaat daarbij voornamelijk om vijf soorten kwallen: de oorkwal, de kompaskwal, de gele en blauwe haarkwallen en de zeepaddenstoel. De ribkwal is geen kwal, dus die hoort niet in het rijtje thuis. Maar daar komen we nog op terug.

Wat is een kwal?

De kwallen die we hierboven hebben genoemd, zijn allemaal zogenaamde schijfkwallen. Het leven van een schijfkwal kun je opdelen in twee fases. De eerste fase waarbij hij als een soort plantje aan de grond vast zit en een fase waarin hij als losstaand dier door het water zwemt. Beide fases zijn eerlijk gezegd wel iets anders dan hierboven beschreven en dus zullen we daar wat dieper op ingaan.

Het poliepstadium

In de eerste fase van het leven van een schijfkwal leeft hij als een poliep. Hij zit dan vast aan een stevige ondergrond, zoals een steen of een mossel, en leeft van het voedsel wat aan hem voorbij stroomt.

De poliep van een schijfkwal heeft in de verste verte wel iets weg van een spons. Hij heeft alleen wel tentakels aan de bovenzijde waarmee hij het voedsel vangt en naar zijn mond brengt. Na verloop van tijd ontstaan er insnoeringen in de ‘buis’ van de poliep en wordt steeds de top van de poliep afgestoten. Deze afgestoten top wordt een meduse genoemd. Uit een poliep ontstaan dus meerdere meduses.

Het medusestadium

De schijfkwal is het beste bekend in de vorm van een meduse. Het is het dier dat vrij in het water beweegt. Hij heeft een hoed, ook scherm of koepel genoemd, en tentakels.  Een schijfkwal bestaat voor het overgrote deel (soms meer dan 99%) uit water. Ze hebben geen echte organen maar wel weefsels die speciale functies op zich nemen.

Deze meduses vormen geslachtscellen die ze in het water vrij laten zodat ze zich geslachtelijk kunnen voortplanten. De geslachtcellen ontmoeten elkaar per ‘toeval’ in het water, ze ontwikkelen zich dus normaal gesproken niet in het lichaam van een meduse. Uit de bevruchte geslachtcellen ontstaat een larve die zich vastzet op een hard oppervlak, waar weer een poliep uit kan groeien.

Over de tentakels

In de tentakels bevinden zich netelcellen. Kwallen horen dan ook bij de neteldieren. De netelcellen zijn een soort mini harpoentjes. Zodra je ze aanraakt, schieten ze los. Alle Nederlandse kwallen hebben deze netelcellen anders zouden ze geen kwal (=neteldier) zijn. Wanneer netelcellen met de huid in contact komen, kunnen ze een klein beetje gif in je injecteren. Het gevoel daarvan is meestal vergelijkbaar met dat van een muggensteek of brandnetels en wordt een kwallenbeet genoemd. Hoewel er van bijten dus helemaal geen sprake is.

Lang niet alle kwallenbeten hebben effect op ons. Maar een paar kwallen zijn in staat om met hun netelcellen door de menselijke huid heen te komen. Heb je een duikpak aan, dan kunnen ze je sowieso niet raken.

Heb je last van een kwallenbeet, dan kun je dit het beste bestrijden door eventuele resten van de tentakels te verwijderen met een pincet en de ‘wond’ te overgieten met zout water. Met azijn overgieten wordt voor Nederlandse haarkwallen afgeraden. Daar zou je beter alleen zout water of heet water (tegen de pijn) voor kunnen gebruiken. Voor gevaarlijke kwallen in tropisch water wordt azijn wel aanbevolen.

Zoet water is in alle gevallen een slechte keuze omdat dit de achtergebleven goede netelcellen alsnog kan activeren. Er gaat ook een verhaal rond dat urine goed zou werken. Misschien geldt dat voor degene die plast, maar niet voor degene die de urine over zich krijgt. Het neutraliseert het gif namelijk niet en urine is te koud om pijnstillend te kunnen werken. De temperatuur van de vloeistof moet daarvoor namelijk rond de 45 graden zijn.

Misschien heb je wel eens gehoord van kwallen die heel gevaarlijk zijn. Die komen inderdaad voor. Het gaat dan om soorten waarbij het gif dusdanig van aard is dat het voor mensen gevaarlijk kan worden. Denk daarbij aan de zeewesp (dood binnen een paar minuten), maar die komen bij ons niet voor. In de Nederlandse wateren is de gele haarkwal misschien het meest vervelend, maar die komt nauwelijks voor. Kortom, zo bang hoef je er in Nederland niet voor te zijn.

Soms wordt wel eens beweerd dat een dode kwal niet meer kan steken. Dat is onzin! De aangespoelde kwallen kunnen nog zeker actieve netelcellen hebben, ook die van kwallen die inmiddels overleden zijn.

Zwemmen en eten

Een schijfkwal zwemt niet echt een bepaalde richting op en hij komt dus niet op je af. Er zit geen plan achter. In feite zijn het doelloze zwemmers die mee worden gevoerd op de stroming. Door het scherm samen te trekken zorgen ze voor voortstuwing, maar de kracht daarvan is gering. Ze kunnen daarmee bijvoorbeeld niet tegen de stroming op zwemmen.

Tijdens dat meedrijven en zwemmen komen ze in aanraking met kleine diertjes zoals visjes of dierlijk plankton dat ze met hun tentakels vangen. In het scherm hebben ze een holte die als maag dienst doet. In het midden van het scherm, aan de onderzijde, bevindt zich een opening die zowel als mond en als anus wordt gebruikt.

De oorkwal

De oorkwal is gemakkelijk te herkennen aan de vier ronde cirkels (eigenlijk maanvormen) in het scherm. Het zijn deze cirkels waarmee de geslachtscellen worden gevormd. Heel soms kom je exemplaren tegen met meer cirkels. Dit is de vergelijken met het plantje klavertje. Soms vind je een klavertje vier, maar meestal niet. De meeste oorkwallen hebben er dus vier, maar er komen er ook met vijf tot zelfs tien cirkels voor.

Je vindt de oorkwal regelmatig aan de kust wanneer hij is aangespoeld. Hoewel ze tot 40 cm doorsnede kunnen worden, vind je meestal geen grotere exemplaren dan rond de 20 cm.

Een oorkwal is niet gevaarlijk voor mensen omdat de netelcellen niet door de huid van een mens heen kunnen komen. Een aangespoelde oorkwal kun je dus heel goed gebruiken om badgasten enorm te laten schrikken door ze op te pakken en ze op je arm of been te plaatsen.

De kompaskwal

Bij oostenwind kun je soms veel kompaskwallen op het strand vinden. Het is een van de meest voorkomende kwallen in Nederland. Je herkent ze aan de tekening op het scherm die lijkt op dat van een kompas. Het laat zich vaak aanzien als bruine strepen De kompaskwal is iets kleiner dan de oorkwal (tot 30 cm) maar de tentakels kunnen wel behoorlijk lang worden. Exemplaren met tentakels van 2 meter zijn geen uitzondering.

Als de kompaskwal op zijn rug ligt op het strand, kun je vaak goed de vier dikke mondarmen zien liggen. Hij heeft 24 tentakels, maar deze vier hebben een speciale functie in het brengen van het voedsel naar de mond.

Bij de kompaskwal, die tijdens zijn medusestadium van geslacht veranderd, worden de bevruchte eicellen in de maagholte ontwikkeld tot de start van het larvestadium, waardoor hij een uitzondering vormt.

Een kwallenbeet van een kompaskwal kan behoorlijk pijnlijk zijn. Het is niet gevaarlijk maar wel behoorlijk vervelend. Oppassen dus met deze kwal!

De gele haarkwal

De gele haarkwal wordt ook wel de rode haarkwal genoemd. Wanneer je een foto van het dier ziet, begrijp je meteen waarom. Hij heeft zowel gele als rode lange en dunne tentakels die op haren lijken.

De haarkwal heeft de tentakels niet aan de rand van het scherm zitten, maar ze komen er onder vandaan. Dit dier kan erg groot worden. Doorsnedes van meer dan 2 meter werden aangetroffen en de lengte van de tentakels kunnen dan meer dan 35 meter lang zijn. Daarmee is het de grootste kwal ter wereld.

De kans dat je een gele haarkwal tegenkomt in Nederland is uiterst gering en dan waarschijnlijk alleen in de herfst op het strand. En dat is misschien maar prettig ook, want een kwallenbeet van de gele haarkwal kan zeer pijnlijk en soms zelfs gevaarlijk zijn.

De blauwe haarkwal

Net als de gele haarkwal heeft de blauwe haarkwal de tentakels niet aan de rand van het scherm zitten, maar lijken ze er onder vandaan te komen. Met name in juni vind je deze blauwe haarkwal nog wel eens op het strand terug.

De blauwe haarkwal wordt net zo groot als de kompaskwal (30 cm), maar hij is goed herkenbaar aan de blauwe/paarse kleur in het scherm. Vaak zie je uitstulpingen op het scherm zitten die op wratten lijken.

De netelcellen van de blauwe haarkwal kunnen door de huid van mensen dringen waardoor je aanraking moet zien te voorkomen. Net als bij de andere Nederlandse kwallen bevinden zich de netelcellen alleen in de tentakels en is het scherm prima vast te pakken.

Let wel op, want je moet zeker weten dat hij met zijn “buik” naar de grond ligt, wanneer je hem aan wilt raken. Daarnaast is het ‘vel’ van het scherm van schijfkwallen slechts enkele cellen dik. Daar kun je gemakkelijk doorheen gaan. De binnenkant van het scherm in ongevaarlijk voor mensen omdat het een soort gelei is, maar daarmee kun je hem niet oppakken.

Zeepaddenstoel

De zeepaddenstoel wordt ook de bloemkoolkwal genoemd en dat is niet zo moeilijk te begrijpen wanneer je dit dier ziet zwemmen. Hij ziet er namelijk een beetje uit als een paddenstoel of als een stronk bloemkool. Hij kan behoorlijk groot worden, tot meer dan een halve meter doorsnede, hoewel de meeste niet veel groter worden dan een voetbal. Maar ook in deze voetbalgrootte zijn ze een lust voor het oog voor onderwaterfotografen!

Normaal gesproken leven ze niet zo lang: wanneer het water kouder wordt sterven ze af en dat is meestal na een half jaar. Maar in 2019 vond men een exemplaar dat de winter had overleeft, waarschijnlijk door de relatief hoge temperatuur van het water. Dit dier was hierdoor 1,5 meter lang geworden.

Je kunt er overigens dichtbij komen: hij heeft geen tentakels en de netelcellen die hij heeft leveren niet meer ongemak op als die van een brandnetel.

Andere soorten?

Ja, in de Noordzee komen wel degelijk nog andere kwallen voor. Denk bijvoorbeeld aan het lampenkapje (zie je veel in het Grevelingenmeer en is eigenlijk geen kwal maar een hydromeduse) die verantwoordelijk kan zijn voor erg vervelende kwallenbeten. Of de kruiskwal, ook een soort die je tegenkomt in het Grevelingenmeer tussen het wier. Maar dit soort kwallen komen veel minder algemeen voor. Vandaar dat we er niet veel aandacht aan hebben geschonken in dit artikel. Evenmin aan de zoetwaterkwal die je bijvoorbeeld in de Maarsseveense Plassen wel eens ziet zwemmen als het water warmer wordt dan 20 graden. De netelcellen hiervan kunnen echter niet door onze huid heen komen.

En de ribkwal?

Tja, de ribkwal (veel gespot in het Grevelingenmeer) is dus geen kwal en daarom hoort hij niet in dit rijtje thuis. Ribkwallen hebben geen netelcellen en behoren daarom niet tot de neteldieren waar kwallen wel toe behoren. 

Toch is dit voor duikers wel een fraai dier om te zien. Ze zijn niet zo groot (slechts een paar centimeter lang) maar bewegen zich voort met trilharen die op de ribben bevestigd zijn en die kleurenboog gekleurd licht geven. Echt een schitterend gezicht! 

 

 

Dive4all is

Aquamed logo
Officieel Aqua Med dealer. Registreer online

Mares logo
Officieel Mares Premium Reseller

Dive4all opleidingen worden uitsluitend gegeven door gecertificeerde PADI Instructeurs en Divemasters.

Dive4all PADI school Utrecht

Tweets

Een vraagje

Biologiezaken relevant voor duikers